Na 225 dagen onderhandelen eindigde de langste kabinetsformatie in de Nederlandse geschiedenis op 26 oktober jl. Maar wat zijn eigenlijk de plannen van Rutte III als het gaat om criminaliteit en veiligheid. In dit artikel lees je meer over een paar belangrijke punten uit het regeerakkoord genaamd ‘Vertrouwen in de toekomst’.
Voorwaardelijke invrijheidstelling
Tegenwoordig is het zo dat iemand vrij kan komen na het uitzitten van twee derde van zijn celstraf. Dat kan natuurlijk niet zomaar: er wordt altijd om advies gevraagd aan de reclassering en ook worden er voorwaarden gesteld aan deze vervroegde vrijlating. Dit wil het nieuwe kabinet echter veranderen. Wanneer iemand wordt veroordeeld tot een celstraf van 18 jaar dan zal dat in beginsel ook 18 jaar betekenen. Deze plannen van het nieuwe kabinet leggen dus de nadruk op zware celstraffen, met als voornaamste doel vergelding. De aandacht voor resocialisatie en preventie vermindert en of dit een positieve ontwikkeling is valt te betwijfelen.
Nu is het dus zo dat iemand die bijvoorbeeld tot een celstraf van 18 jaar is veroordeeld na 12 jaar vrij kan komen. Deze persoon wordt wel nog zes jaar onder toezicht gehouden, deze resocialisatieperiode wordt, als het aan het nieuwe kabinet ligt, beperkt tot maximaal 2 jaar.
Volgens de reclassering is dit veel te weinig, de handige instrumenten van justitie om een oogje in het zeil te houden zullen vervallen en dit zal leiden tot een toename van de recidive en ongeleide projectielen op straat. Er wordt dan ook verwacht dat door deze plannen de rechters lager zullen straffen, ondanks dat dit tegen de politieke wil ingaat.
(De illusie van) de investeringen
Twee grote posten waar het nieuwe kabinet in wil investeren zijn wijkagenten en cybersecurity. Zo wordt er 267 miljoen euro per jaar geïnvesteerd in de Nationale Politie om meer wijkagenten en rechercheurs aan te trekken. Voor het verbeteren van digitale veiligheid wordt jaarlijks 95 miljoen euro uitgetrokken. Met dit geld willen ze onder andere de informatiesystemen van de veiligheidsdiensten verbeteren en bedrijven stimuleren om veiligere software te maken.
Een ander punt waar het nieuwe kabinet zich hard voor maakt, is de aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit. Zo wordt er 100 miljoen euro in een zogenaamd ‘ondermijningsfonds’ gestoken dat ervoor moet zorgen dat deze vorm van criminaliteit op een effectievere manier wordt aangepakt. Een voorbeeld van het aanpakken van de georganiseerde misdaad is het nieuwe verbod op Outlaw Motorcycle Gangs (criminele motorbendes) en de komst van de ‘Ondermijningswet’.
Hoewel het nieuwe kabinet veiligheid hoog in het vaandel heeft staan, worden de bezuinigingen van kabinet Rutte II niet teruggedraaid. Per saldo wordt daardoor in 2021 volgens het Centraal Planbureau 200 miljoen euro minder aan veiligheid uitgegeven dan nu het geval is. En dat levert kritiek op: medewerkers van justitie klagen dat er te weinig officieren van justitie zijn en dat de werkdruk daardoor te hoog is. Ook bij de politie wordt geklaagd. Er zijn op dit moment te weinig (wijk)agenten en de digitale systemen zijn verouderd. Het is de vraag of de investeringen van het nieuwe kabinet voldoende zijn om deze problemen aan te pakken.